zaterdag 29 september 2012

Gerdèène, höskes of mannen en vrouwen bij mekaare



De eerdergenoemde audio-opnamen geven niet zozeer een visie op de taal van de stad, alswel een blik op de cultuur van weleer. In dit interview wordt ene heer Nouwens bevraagd op mannen en vrouwen die naar het bejaardenhuis gaan ofwel 'gesticht' aan de Lange Nieuwstraat. Jane Peijen-Laureijs schreef het interview uit.
 
Bleven die bij de kinderen inwonen of gingen ze die naar ouwemannenhuizen?

Die bleeve ammel bij de kindere.  Òf ze ginge wèlles nòr “et gesticht”.

Et gesticht worre dè genoeme …e… vroeger genoemd. Da was …e … vroeger was dè gesticht …e… de Lange Nuuwstraot.

Waor nou die … kgelêûf dèsse die nou ònt afbreeke zèn. Daor …e… van die …e… Teegenoover de èèsb…

De Pelikaanhal daar.

Teege, teegenoover de Pelikaanhal.

Mogen de mannen en de vrouwen niemer bij mekaar als ze oud waren?

Neueueu, da was en geval apart.

Ja?

Jao … gò …

Waren ze zolang nog bijelkaar …?

Ze hadde, ze hadde tòch van die …e… van die …e…

Höskes erbij.

Van die …e… van die höskes bij vur de man èn vrouw?

Ik gelêûf et wèl.

Jao, die mòchte wèl bijmekaar.

Tòg wèl ...?!

Mar onze vadder …

Een apart huis voor ouwe vrouwen en eentje voor ouwe mannen nog wel.

Jao, die wèl!

Da wèl, mar dè waare dan …e…

...voor weduwen en weduwnaren.

Jè, omdèsse tòch allêeneg waare.

Jao jao. …e… Onzere vadder die heej …e… dies gelêûf ik ok int gesticht gewist. Dies daor gestörve.

Mar die dan bij mekaare waare die …e… kreege dan een woonhuisje òf kaomer, dè weet ik persies nie, mar die mòchte wèl bij mekaare.

En in zo’n gesticht hadden ze daar zalen of eh…? Van die grote zalen of een eigen kamer?

Neueueu … Òòò, mèske tòg! As ge daor binnenkwaampt …e…jè…

Twas wèl zèùver èn prooper, mar agge die slaopgeleenegheeden had …

Dè was ene XXX zaol, zumme, zak mar zègge, zodègge, zodètte … öt de …e… der hongen ok mar gewoon, mar gewoon gerdèène tussen hè …

Der honge gerdèène tusse, der waare himmòl gin kaomers, witte wèl.

donderdag 27 september 2012

Eerste literaire wandeling groot succes!

Fons van den Hout
Cees van Raak vanaf zijn balkon
Op zondag 23 september 2012 organiseerde Stadsgidserij Tilburg een eerste literaire wandeling in het kader van de Taal van Tilburg . Deze was meteen al volgeboekt, 23 deelnemers liepen mee.

Onderweg kwamen bij de deelnemers uiteenlopende gevoelens boven. Er kon gelachen worden om de prenten van Cees Robben en om grappige stukjes over Tilburg van Kluun en Bart Chabot. Glimlachend werden herinneringen opgehaald bij teksten over Kuus Hersmis en Zot Joke. Bewogen stilte volgde op het gedicht 'De wisselwachter' van Antony Kok.
Enkele deelnemers waagden zich zelfs aan het voorlezen van teksten en prenten.
Hoogtepunten waren natuurlijk de optredens Van Cees van Raak, Ko de Laat en Jasper Mikkers, die vanuit verrassende locaties voordroegen uit hun werk. Zoveel literaire rijkdom had niemand in Tilburg verwacht.
Er volgen nog 3 wandelingen. Op 30 september en 14 oktober zijn nog enkele plaatsen vrij.

woensdag 26 september 2012

Over ´plat praten´ in talkshow Omroep Brabant


Taal en dialect zijn hot items gezien de toename van programma´s zoals ´Dat is andere taal´ van de NTR en Omroep Brabant. Deze laatste organiseerde een talkshow voorafgaand aan de serie van de NTR ´omdat het Brabants niet in een aflevering te vangen is´. Namens Tilburg is Karin Bruers vertegenwoordigd en Brabant door Jos Swanenberg.


Prof. Dr. Jos Swanenberg / Bron foto: Thuis in Brabant
Bruers is ´tuurlijk trots´ op haar dialectgebruik maar ´ook gewoon omdakket spreek´. Haar eerste taal was die van Tilburg, pas later leerde zij het ABN. ´Tweetalig opgevoed´, aldus de cabaretière. Maar Bruers maakt onderscheid tussen ´plat´ en ´dialect´. Taal is immers klankrijk, bevat woorden uit het Bargoens, Jiddisch en wordt door ouderen en jongeren door elkaar heen gebruikt. ´Plat´ is meer grof of laag bij de grond.

Ook prof. Jos Swanenberg benadrukt dat ´plat praten´ niet in de woordenschat zelf zit, maar dat die gekoppeld is aan de associatie met een houding, imago of door wat anderen ervan vinden. Dialect wordt volgens Swanenberg ook steeds nog geassocieerd met authenticiteit, lokaliteit en traditie.

Toch zijn er nieuwe woorden in opmars door o.a. urbanisering en globalisering. Nieuwe woorden zijn bijvoorbeeld ´smam´ en ´spap´. Zo is het dialect van de New Kids eveneens een mengelmoes van oud en nieuw woordgebruik. Weliswaar vandaag de dag zijn de jongeren verbonden aan ´Maaskantje´ maar oorspronkelijk afkomstig uit verschillende windstreken tot aan Curacao toe.

Dialect is onderscheidend in klanken en woordkeuze maar ´is niets meer (of minder) dan de omgangstaal van een bepaalde streek`, aldus Jos Swanenberg. ´Dialect moet niet, maar moet kunnen`.

vrijdag 21 september 2012

Mitje mèsje steeke in Tilburg

Ans van den Nieuwenhuijzen-Kuijters helpt mee met het uitschrijven van fragmenten die in de jaren ´60 en ´70 zijn opgenomen door een ´dialectwerkgroep´ die Tilburgers bevroeg op hun gewoonten en bezigheden. In onderstaand fragment lezen we over een spel dat vroeger gespeeld werd: 'mesje steken'.

Mèsje steeke, dè was, dè ging zôo.
Wanneer dègge naaw en lijn mòkte op de grond, mòkte en rèèchte lijn èn dan zètte hier en huudje in et midde, zètte derop èn dan gingde ok wir ene meeter òf zeuve der vanaf staon, van die lijn en dan gingde meej sènte gôoje.
Mar die der oover waare die din nie meej, mar as die sènte die op de meet laage die din wèl meej.
Èn dètter ammòl vur was, die din wèl meej èn dan waare ze………….zôn klèèn huukske, zôn huudje erop.
Èn stòpte daor naaw ene sènt in, dan was alles vur jou, mar de rèst  dè moeste himmòl opgôoje.
Allêen de sènte die eroover waare, oover de meet die din nie meej.
Die waare al die et dichste bij de meet hadde geleege, hè.
………………………………………………………………………die oover die streep waare.
Èn dan ginge we opgôoje èn dan zin we: oppers of mis.
Dès naa teegesworreg : kop of munt hè.
Èn dan gingde opgôoje èn dan de opperse die waare  vur ons.
Èn die vur degeene die opgôojde.
Èn de misse moese daor van afblèève.
Èn dan ging dan in et vervòlleg, dieje twidde dan…..
Bron afbeelding

zondag 9 september 2012

Angst voor uitsterven Tilburgse taol

Erik van Vliet (Radio Magnifique) spreekt namens de oudere generatie Tilburgers zijn bezorgdheid uit over het mogelijk uitsterven van dialecttaal. Dit interview tussen radio Magnifique en Stadsmuseum Tilburg vond plaats op 8 september 2012 tijdens 'De Opening'  van het UIT-seizoen in de Tilburgse Willem II-straat.


Het Stadsmuseum onderzoekt echter ook de hedendaagse taal. In een stad waar duizenden migranten en waar voortdurend generaties elkaar opvolgen, kun je misschien niet blijven vasthouden aan een taal die dateert van honderden jaren terug. Zo zeggen Tilburgers vaak 'houdoe' als afscheidsgroet, maar inmiddels is dat o.a. verworden tot 'doei', 'mooi', 'tot later' en 'heuj gaytje'!
Andere woorden die we signaleerden tijdens deze zonnige dag in de Willem II-straat waren: 'Ewa' om iemand te begroeten of gedag te zeggen; 'curry' als regelmatig gebruikt woord; 'mattie', 'cool', 'kaka', 'Jo!', 'chil', 'wat doe je?', 'vaag', 'lol', 'hippy', 'klootzak', 'maat', 'je moeder', 'vet', 'ieuw', 'ouwe', 'schat of scheetje', 'wat te fak', 'suboptimaal', 'koekwous', 'bandera', 'what's up', 'cool en flat', 'ruig' en 'echt he'.

Twee Slovenen (1985) en (1987) bezochten eveneens de stand van Stadsmuseum Tilburg. Ze wilden graag meedoen aan het onderzoek. Tilburgse woorden hadden ze niet, maar opschrijven in het Slovaaks was ook prima. Om iemand te begroeten of gedag te zeggen: 'serus' of 'nazdar'. Om aan te geven of iets leuk is, antwoorden de Slovenen met 'krasa' en voor 'niet leuk' met 'na hovno'. Een woord dat ze regelmatig gebruiken onder vrienden is 'husté' en het favoriete stopwoord is 'nechapem'.

De Taal van Tilburg is vandaag de dag intercultureel te noemen. Van alle kanten wordt deze namelijk beïnvloed door allerlei factoren. Het Tilburgs dialect en de specifieke klanken spelen daarin weliswaar nog door, maar zijn evenzo aan dynamiek onderhevig. Helaas voor Van Vliet en de door hem genoemde ouderen die het dialect willen bewaren.



maandag 3 september 2012

Heimwee naar Tilburgs


Ex Libris Piet Heerkens (Coll. Ronald Peeters, Tilburg)

Ed Schilders

 

Het was even stil rond het Woordenboek van de Tilburgse taal, maar er is niet stilgezeten. Het woordenboek is in de zomermaanden uitgebreid met naar schatting 2000 nieuwe citaten uit geschreven dialectwerk. Waaronder:

  • Zes dichtbundels van pater Piet Heerkens uit de jaren 1938-1949. Pater Piet is onder andere de auteur van het Tilburgs volkslied ‘Ik zie oe daor zo gèère ligge...’
  • De dialectverzen van Leo Heerkens die in de bundels van zijn broer Piet  werden opgenomen.
  • Dialectgedichten van Piet Heerkens die nooit in boekvorm verschenen zijn maar wel in een bijlage van de Nieuwe Tilburgsche Courant, ‘De Zaaier’ (1940).
Heel bijzonder is de integrale tekst van een zeer uitgebreide discussie die in 1933 en 1934 gevoerd werd in de Nieuwe Tilburgsche Courant over het woord ‘Kaajbuuter’.  In ingezonden brieven gingen de Tilburgse dialectdeskundigen, onder wie Lambert de Wijs en Lowie van Dorrus Misters, elkaar te lijf met hun opvattingen over herkomst en betekenis van dit woord. Kaajbuuter werd toen ervaren als een scheldwoord van Noord-Tilburgers voor bewoners van het centrum van de stad.

De mooiste aanwinst is misschien wel het werk van H.A. Sterneberg. Deze jezuïet was pastoor in Batavia, Nederlands-Indië. Om zijn heimwee naar zijn geboortegrond te bestrijden, schreef hij zijn dialectgedichten, die in 1932 in Batavia in druk verschenen. Lang is gedacht dat Sterneberg uit Oosterhout afkomstig was, maar in een artikel in het tijdschrift Brabants bewees Michel de Koning op basis van teruggevonden manuscripten dat Sterneberg een Tilburgse moeder had, en dat zijn taalgebruik op het Tilburgs gestoeld is. Dit artikel is integraal als bijlage bij het woordenboek opgenomen. Het boek van Sterneberg is beschikbaar als PDF-bestand.