vrijdag 14 december 2012

Eindstand aanvullingen Woordenboek Tilburgse Taal



 

3358 aanvullingen. Dat blijkt de eindstand te zijn van het aantal Tilburgse teksten waarmee het on line ‘Woordenboek van de Tilburgse Taal’ (WTT) het afgelopen halfjaar is uitgebreid.

 


Ed Schilders presenteert het digitale `Woordenboek van de Tilburgse Taal`
op CuBra tijdens de Taal van Tilburgdag op 16 nov. 2012.
Foto: Breedveld

De aanvullingen werden mogelijk gemaakt door Stadsmuseum Tilburg in het kader van het project ‘Taal vanTilburg’. Het reeds bestaande woordenboek – gebaseerd op de zeer omvangrijke verzameling dialectwoorden van Wil Sterenborg – kon daardoor uitgebreid worden met de meer dan drieduizend citaten uit het werk van Tilburgse auteurs. Het WTT is daardoor het eerste woordenboek van een Nederlands stadsdialect geworden waarin het dialect ook in geschreven vorm geboekstaafd is. Tilburg blijkt op dat gebied een opmerkelijk rijke traditie te hebben met geschreven teksten tussen 1870 en 2012. De aanvullingen betreffen  citaten uit verhalen, gedichten, columns, feuilletons, liedteksten, en heemkundeartikelen. Voor de aanvullingen werd geput uit het werk van 21 schrijvers. Van  tegenwoordig vrijwel onbekende  auteurs als Naarus, Jan Jaansen, Gieleke, Kis-ke, en Lowie van Dorrus Misters, tot  schrijvers die nog steeds  in het stadsdialect publiceren: Piet van Beers, Henriëtte Vunderink, Elie van Schilt, Jos Naaijkens, en Tillie B.  Tijdens het onderzoek is ook een aantal woorden aan het licht gekomen dat tot nu toe niet bekend was in de Tilburgse woordenboeken. Juffersnuutjes bijvoorbeeld, een kleine, gele, zoete appel; kalido (hoofd); stichtendonker (stikdonker); natteneerke (net heertje); kremieleke (kruimeltje); en ponnie in de betekenis van dienstmeid.